Uit
de sok die aan Bonbons rechtervoet zit, steken twee tenen. Hij vroeg
zich al af waarom zijn schoen steeds zo langs bepaalde tenen raspte.
'Het zijn crisissokken', zeg ik. 'Vroeger stopten de mensen hun
spaargeld in een oude sok. En dan legden ze hem onder hun bed. Nu het
vertrouwen in de banken weg is, komt die tijd weer terug. Zeker nu er
steeds strenger gecontroleerd wordt op zwart geld en verzwegen
bankrekeningen in een wazig buitenland. Maar jouw sokken zijn
crisissokken, daar kom je niet ver mee. Sommige mensen hebben een gat
in hun hand, jij hebt er één in je sok.'
Vertwijfeld kijken we naar de twee tenen.
In de tijd van mijn Grootmoeder zou de sok onderhanden genomen worden. Met naald en maasgaren zou ze het gat gedicht hebben. Wellicht met het idee om het familiekapitaal in stand te houden. Dat laatste is mislukt.
Bonbon steekt zijn voet onder de dekens. Cacher la crise. De crisis camoufleren, verstoppen. Ook een manier van stoppen.
De volgende morgen steken er drie tenen naar buiten.
Een week later ligt de sok onder het bed.
Leeg.
Morgen verstuur ik onze belastingopgave.
Vertwijfeld kijken we naar de twee tenen.
In de tijd van mijn Grootmoeder zou de sok onderhanden genomen worden. Met naald en maasgaren zou ze het gat gedicht hebben. Wellicht met het idee om het familiekapitaal in stand te houden. Dat laatste is mislukt.
Bonbon steekt zijn voet onder de dekens. Cacher la crise. De crisis camoufleren, verstoppen. Ook een manier van stoppen.
De volgende morgen steken er drie tenen naar buiten.
Een week later ligt de sok onder het bed.
Leeg.
Morgen verstuur ik onze belastingopgave.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten