dinsdag 30 april 2013

Arbeidsintegratie: Speelkwartier



Alles wordt gepresenteerd als een spel. De eerste keer dat alle werklozen bij elkaar kwamen voor de tweewekelijkse groepsbijeenkomst deden we het Spiegelspel. Vandaag doen we 'c'est gagné!'. Dat betekent dat we op de website van het arbeidsbureau naar functies moeten zoeken die we graag zouden willen hebben. Begeleidster Céline zegt dat we de etiketjes moeten noteren die het arbeidsbureau op de beroepsgroep geplakt heeft. We mogen over heel Frankrijk zoeken en de banen hoeven niet overeen te komen met de eventuele diploma's en ervaring die we in werkelijkheid hebben.
Vrijblijvend spelen op het schoolplein.
'Sociologue' tik ik in, die valt samen met anthropologue onder K2401. Vervolgens probeer ik 'journaliste' (E1106). Voor beide beroepen heb je minstens universiteit en drie jaar ervaring nodig. Sowieso is er in de weide omtrek van mijn stadje geen K2401 of E1106 nodig. Ik eet een appel. Dat deed ik vroeger tijdens het speelkwartier ook altijd.
Ter dagafsluiting doen we De Chinese Spiegel. We moeten opschrijven 'wie we zouden zijn als'. Welk fictief personage en welk (historisch) persoon, welk dier en welk kledingstuk. Ik zou de stoere, rechtvaardige Zorro zijn en de fantasierijke, doorgedraaide Diederik Stapel. Als dier kies ik een kameleon, omdat die zich uiterlijk zo aanpast dat 'ie in het decor verdwijnt, terwijl hij vanbinnen dezelfde blijft. En als kledingstuk? Tja. Een onderbroek lijkt me onsmakelijk, al kun je daar natuurlijk ook romantischer ideeën bij hebben. Sokken zitten in dezelfde categorie. Ik kies een muts, die houdt tenminste je hersenen warm en je kunt 'm altijd nog over je ogen trekken als je er genoeg van hebt.
Op de site van het arbeidsbureau kan ik hun etiketjes echter niet vinden.

Homohuwelijk III: Rosa.


Rosa is voor het homohuwelijk. En adoptie door twee mensen van dezelfde sekse vindt ze iets heel gewoons voor een moderne maatschappij. Bij alleenstaande ouders heeft ze ook geen twijfels. Sterker nog, voordat Bonbon in haar leven kwam, zag ze zichzelf best in haar eentje een kind krijgen.
Bang voor de blik van de buitenwereld is ze niet. Als ze je niet confronteren met je thuissituatie, dan treiteren ze je wel met je 'sokken van De Zeeman' of omdat je naam rijmt op koeienvlaai. Zo gaat dat nou eenmaal in de wereld. Een kind zal daar als volwassene ook continu mee te maken krijgen. Je hebt als mens niet alles in de hand, laat staan als ouder, tot waar kun je en moet je je kind beschermen?
Dat een kind een liefdesbaby hoort te zijn – met liefhebbende ouders die hun rol perfect uitvoeren – en anders niet geboren zou moeten worden, vindt Rosa een naïeve gedachte. Je zou het iedereen toewensen, maar het komt nou eenmaal niet altijd overeen met de realiteit. Ieder mens heeft zijn sterke- en zwakke punten, het kind eveneens. Geen enkele gezinssituatie staat garant voor een perfect gelukzalige kindertijd, er valt altijd wel wat te verwijten. Een kind nemen is sowieso egoïstisch, geen kind nemen eveneens. Tot waar ben je als ouder verantwoordelijk voor het (on)geluk van je kind? Wanneer moet het kind het heft in eigen handen nemen?
Nee, Rosa snapt al die ophef omtrent het homohuwelijk niet. Waar houden we ons nou eigenlijk mee bezig?
Rosa, dat ben ik.

zaterdag 27 april 2013

Arbeidsintegratie: Knippen en plakken


Begeleidster Céline heeft bij binnenkomst de doos met oude magazines onder haar arm. Ze laat deze met een zucht op tafel klappen en duwt 'm om. De oude Top Santés en Déco Maisons buitelen over de rand en vormen een grote hoop. Vandaag gaan we knippen en plakken.
Céline geeft iedereen twee witte vellen op A3-formaat. Op de ene moeten we aangeven wie we vandaag zijn en op de tweede wie we morgen willen zijn. Geconcentreerd bladeren we door de huisdecoratie en de recepten om bij af te vallen. Om me heen verschijnen lachende babygezichten op de vellen van de toekomst. Zover durf ik niet te gaan. Stel dat mijn man Bonbon het ziet. Hij die geen kinderen wil omdat de maatschappij er zo slecht aan toe is.
Op het vel van de rugbyman staat in grote roze letters 'ma mère et moi', mijn moeder en ik. Welke incestueuze relatie gaat daar nou achter schuil? Ik bekijk zijn wekelijkse blauwe ogen ineens in een ander licht. Bij mijn buurvrouw rechts – die voorheen taartjes bakte – rijst een grote slagroomtaart op, en links van me wordt vastgesteld of het opgeplakte glas half vol is of half leeg.
Céline verdiept zich ondertussen in de stokoude recepten en toont zich verbolgen als de essentie uit een citroencake geknipt blijkt te zijn. Ik weet niet wat ik ervan moet denken en zet m'n verstand op nul. Heden krijgt te dealen met een groene, in huishoudfolie verpakte vrouw. In de toekomst springt er eentje vol energie en blij lachend van rots naar rots in een riviertje.
Na het middageten mogen we elkaars collages interpreteren. Céline neemt bij iedereen de woorden uit de mond. Bij mijn toekomst slaakt ze een gil. Als je het vel tegen het licht houdt zie je op de achterkant een ovale vorm. Volgens haar is dit een ei. Ze kijkt me veelzeggend aan. Hopelijk houdt Bonbon het gewoon bij de voorkant.

Vélo Hollandais.


Bonbon komt uitermate opgewonden thuis. Ik moet gelijk meekomen. Naar buiten. Als we bij de auto staan moet ik m'n ogen dicht doen. Ik hoor het schrapen van metaal langs metaal. Even later hoor ik een fietsbel. Bonbon fietst over de parkeerplaats. Op een hele oude fiets met een plateautje voorop. Hij recht zijn rug en steekt trots zijn borst vooruit. 'Gevonden op het vuilstort', roept hij blij, 'ik moest meteen aan jou denken, een echte vélo Hollandais!' Dan moet hij afstappen, want de velgen bonken op de straatstenen. De banden zijn aan het verpulveren. Al jaren. Decennia wellicht.
Blij drukt mijn man me de fiets in de handen en geeft me een kus. 'Is het niet geweldig, een échte vélo Hollandais, en nog in goede staat ook, wie gooit zoiets nou weg!'. Bonbon ziet me er al mee naar de winkel gaan. Net als sommige ouwe mensjes die hun stokoude fiets weer van de grenier gehaald hebben en met een stokbrood onder de snelbinders door ons stadje fietsen. Stapvoets. Geconcentreerd naar het wegdek kijkend. Slingerend bij elke auto die voorbij rijdt.
Ik til de fiets het trappetje op naar de voordeur. Dagelijks til ik fietsen het trappetje op naar de voordeur, maar nog nooit kreeg ik er rugpijn van. Het gevaarte is loodzwaar. Alsof ik niet alleen de fiets naar boven draag, maar ook de berijder. De weg naar de winkel zal voortaan een martelgang zijn.
Inmiddels weten we waarom de fiets naar het stort verwezen was, het is onmogelijk een passend stel banden te vinden. Ik vind het reuze jammer. Vooral voor Bonbon. We hebben de fiets – van een Frans merk – samen naar de zolder getild.

woensdag 24 april 2013

Café 'Tout va Bien': Margot


Ze zou zo graag eens op vakantie gaan. Gewoon een paar dagen. Helemaal nergens aan denken. Niet aan de schapen, niet aan de paarden, niet aan de administratie of de markt. Het hoeft niet ver weg te zijn. Als het maar elders is. Met zijn tweeën. Maar daar zit hem het probleem. Haar man wil niet. Die zegt dat hij zijn schapen niet alleen kan laten en in een tijdelijke hulp heeft hij geen vertrouwen. Zij vindt dat onzin, na de lammertijd zou het best kunnen.
Maar hij wil gewoon niet. Hij is tevreden zo. Zij niet. Ze wil de wereld zien, hier ziet ze altijd maar dezelfde mensen. Laatst ging ze een dag naar de grote stad. Met haar dochters. Toen had je hem moeten zien. Met al haar magerheid trekt ze een lang gezicht. Nee, blij was hij niet, wie moest nou voor hem koken, wie haalde zijn aperitief uit de koelkast, wie wachtte op hem als hij thuiskwam? Haar jongste dochter slaat binnenkort d'r vleugels uit. Dan zit ze alleen, terwijl hij zich vermaakt op zijn trekker en in zijn stal met zijn beesten. Ze heeft er genoeg van om te worden gereduceerd tot een vrouw die het eten op tafel zet wanneer hij honger heeft. En de vegen uit de pot boent nadat hij zijn behoefte gedaan heeft. Dat doet ze nou al twintig jaar.
'Wie kookt er bij jullie?' vraagt ze aan Bonbon en mij. 'Cinquante-cinquante', zegt Bonbon. Margot kijkt verwijtend naar haar man. Hij geeft haar vriendschappelijk een stomp. 'Achter het succes van elke man zit een vrouw', zegt hij met lachende ogen. Hij leegt zijn glas. Zijn tweede. Zet zijn cowboyhoed op zijn hoofd en zucht genoeglijk. Straks mag 'ie nog even buitenspelen. 

zaterdag 20 april 2013

Homohuwelijk II: Nicole.


Nicole vindt dat het al moeilijk genoeg is om gelukkig te zijn. Zelfs als je een zogenaamde goede jeugd gehad hebt, bij een zogenaamd gewoon gezin. Dan moet je kinderen die ter adoptie gesteld worden niet bij een ongewoon gezin plaatsen. Een ongewoon gezin, dat zijn twee mannen, twee vrouwen of een ouder alleen. Deze kinderen zijn al genoeg getraumatiseerd, ze zijn verstoten door hun ouders. Ze hebben geen vader en geen moeder, en daarmee geen identiteit. Het is al moeilijk genoeg om erachter te komen wie je bent, zeker in de puberteit. En dan word je als kind ook nog in een ongewoon gezin geplaatst. Dat kan alleen maar mis gaan. Bommen zijn het, bommen die elk moment kunnen ontploffen. Nee, Nicole is tegen adoptie door homostellen en daarmee tegen het homohuwelijk.
Kunstmatige inseminatie vindt ze ook maar niks. Om dezelfde reden. Hoe kan een kind nou een gelukkig mens worden indien die niet weet waar hij vandaan komt. Wie zijn vader is. Waar zijn wortels liggen?
Nicole nadert de veertig en wil graag een kind, maar ze is vrijgezel, dus gaat het er niet van komen. Ze ziet zichzelf niet naar België of Finland gaan en zelfs als een man haar zou beloven contact met het kind te houden, zou ze het niet doen. Een kind hoort geboren te worden uit liefde, bij een liefhebbende moeder en een liefhebbende vader. Je bent verplicht om je kind zo'n liefdesnest te bieden, anders moet je er niet aan beginnen. Dan zou het enkel egoïstisch zijn, het kind heeft immers niks gevraagd.
De mondaine Nicole is journaliste en woont al haar hele leven in Parijs.

vrijdag 19 april 2013

Arbeidsintegratie: Spiegelspel


Eén voor één moeten we voor het bord gaan staan. Begeleidster Céline begint, zij is het voorbeeld. We moeten raden hoe ze heet. We kennen haar naam, maar moeten doen alsof we het niet weten. Ook moeten we haar leeftijd schatten en bedenken hoe haar gezinssituatie eruit ziet, of ze getrouwd is of gescheiden, kinderen heeft of een hond. We moeten haar sterke- en zwakke punten af zien te leiden aan haar uiterlijk. En gissen naar het beroep dat ze doet, evenals naar haar hobby's en haar kleur.
Dan is het aan mij. De groep geeft me Duitse namen, ongetwijfeld dankzij mijn blonde haar en m'n Germaanse accent. Ze denken dat ik een kinderloze vrijgezel ben, zelfs over een hond wordt niet gerept. Mijn leeftijd gaat met enkele jaren omlaag en ze zien me regelmatig marathons rennen. Verder lees ik graag kranten en ben ik kinderleidster en psycholoog. Ik ben toegankelijk en open, maar ook verlegen en rancuneus.
Nadat Céline de vier gedragskleuren uit de doeken gedaan heeft, vindt de groep me blauw. Niet die van 'politieblauw past bij jou', maar die van reflectie en details, die van boekhouder en eenzame onderzoeker. De rest van de groep is meer groen en geel, en eentje is rood, die speelt rugby, heeft een gebroken neus en elke week een blauw oog.
Céline zegt dat we deze oefening voor onze CV kunnen gebruiken.
Ze zegt er alleen niet bij hoe. 

donderdag 18 april 2013

Uit de stofdoek: Pain d'épices


Bonbon is een echte zoetekauw. Waar ik de dag begin met wat broodjes Goudse kaas, Roquefort of Coulommiers, schuift hij zes dikke plakken cake naar binnen. Het kunnen er ook acht zijn. Ruim besmeerd met aardbeienjam. Een Fransman krijg je 's morgens niet aan de kaas. En waarom zou je ook. Echt plezier doe ik hem door een pain d'épices te bakken, een kruidkoek.
Je hebt er evenveel roggemeel voor nodig als honing (300 gram), 120 gram rietsuiker, een ei, een flinke homp boter (100 gram of zo), een snufje zout, wat warme melk, een zakje bakpoeder en de ultieme kruidenmélange van kaneel, gemberpoeder, nootmuskaat en anijs (een theelepel van elk). Honing verwarmen, alles mengen en in een cakevorm met bakpapier storten. Oven voorverwarmen op 160°C/thermostaat 6 en één tot anderhalf uur laten bakken, totdat het mes er droog uitkomt.
Goede honing is duur. Behalve als je de onverkochte en al jaren over de datum zijnde potjes van een bevriende imker krijgt. Er staat een doos vol van bij ons in de kast. Sommige honing is bijna zwart en ruikt naar kaarsvet. Houdbaar tot 2004. Op brood is het niet te pruimen, maar in de koek doet 'ie 't goed.
Op de wekelijkse markt in ons stadje kan ik roggemeel kopen, bij de molenaar. Een man die eruit ziet als een lagere schoolleraar en kijkt als een verdwaalde kleuter. Hulpeloos.
De groene anijs koop ik eveneens op de markt, bij een meid met lange, geblondeerde vlechten. Ze begroet me altijd heel vriendelijk, doch als ik eenmaal betaald heb, kijkt ze naar me alsof ik een stinkende sok ben. En tegen een stinkende sok zeg je geen au revoir. Zelfs niet met een vies gezicht. Ik kan haar houding niet vatten en onderga het maar gewoon. Ik heb 't ervoor over, voor een gelukzalig kauwende Bonbon in de morgen.
De pain d'épices is als een goede kaas, je moet 'm even laten rijpen. Niet in een vochtige kelder, maar in een stuk aluminiumfolie. Een etmaal lang. En omdat Bonbon niet zo lang kan wachten, verstop ik het pakketje altijd in mijn kledingkast. Tussen de onderbroeken. Bon appétit!

woensdag 17 april 2013

Arbeidsintegratie: Céline


Ze zit in een hok van twee bij vier. De muren zijn donkergrijs geverfd en zitten vol punaisegaatjes. Ze zijn kaal, enkel boven haar bureau hangen uitgeprinte plattegronden. Van het stadje en van het departement. Ze zijn met één punaise tegen de wand gedrukt en hangen er al zo lang dat de randen naar binnen gekruld zijn. Alsof ze zich niet bloot willen geven. De muismat is ook op z'n retour en begint te vervellen. Onder het metalen documentenrekje liggen gumkruimels en hier en daar staan doosjes met paperclips, of paperclipdoosjes, met andere belangrijke zaken erin. Op haar bureau staat, naast een computerscherm, een doos vol oude magazines. Top Santé en Maison Déco.
De tl-verlichting aan het plafond knippert. Bij elke knipper klinkt er zoiets als 'pieng'. Er zit wel een raam in het hok, maar alhoewel de zon hoog aan de hemel staat, is het raam te klein om het hok te verlichten. Céline zit er met haar rug naartoe.
Céline, dat is mijn begeleidster. Zij is het die me gaat helpen om een geschikte baan te vinden. Ze heeft halflang haar dat nog niet zolang geleden zwart was, doch nu steeds meer grijze lokken vertoont. Een zonnebril zit als een haarband op haar hoofd. Céline maakt deel uit van de 37 procent Franse vrouwen die flink overgewicht hebben, of wellicht zelfs onder de groep met obesitas. Ze heeft zich in een zwartleren jasje gesnoerd en als ze zich uitrekt komt haar buik tevoorschijn. Om haar hals zit een ketting van blauwgroene kralen en om haar vinger zit een trouwring. Het is vooral haar blik die opvalt. Deze kan van een oppervlakkige glimlach ineens overgaan op een harde, ietwat doffe, blik. Waarmee ze je aankijkt maar ook weer niet. Ik denk dat Céline niet met zich laat spotten.

dinsdag 16 april 2013

Homohuwelijk I: Bonbon


Bonbon is tegen het homohuwelijk. Of eigenlijk is hij tegen adoptie door twee mannen of twee vrouwen. Hij vindt dat een kind moet opgroeien bij een moeder en een vader. Dat is gewoon. Anders krijgt het kind problemen. Op school zal het gepest worden, le regard des autres, de blik van de buitenwereld. Die is hartstikke belangrijk, zeker voor een kind. Anders zullen ze opgroeien met een complex. Ze zullen gezien worden als niet normaal, zonder dat ze daarvoor gekozen hebben.
Misschien dat het over tien jaar anders is, nou ja, over twintig jaar dan. Misschien zal het dan eerder geaccepteerd zijn. Misschien is het dan normaler en zal de blik van de buitenwereld toleranter zijn.
Zou deze ontwikkeling niet sneller gaan indien de staat de homo als een ieder ander zou gaan beschouwen en dit zou onderschrijven met een wet? Misschien, maar de wetgever moet bij het maken van diens wetten rekening houden met het volk en vandaag de dag is het volk nog niet toe aan adoptie door homo's. Je kunt het wel willen forceren, maar dat werkt enkel averechts.
Bonbon is mijn man.