woensdag 24 april 2013

Café 'Tout va Bien': Margot


Ze zou zo graag eens op vakantie gaan. Gewoon een paar dagen. Helemaal nergens aan denken. Niet aan de schapen, niet aan de paarden, niet aan de administratie of de markt. Het hoeft niet ver weg te zijn. Als het maar elders is. Met zijn tweeën. Maar daar zit hem het probleem. Haar man wil niet. Die zegt dat hij zijn schapen niet alleen kan laten en in een tijdelijke hulp heeft hij geen vertrouwen. Zij vindt dat onzin, na de lammertijd zou het best kunnen.
Maar hij wil gewoon niet. Hij is tevreden zo. Zij niet. Ze wil de wereld zien, hier ziet ze altijd maar dezelfde mensen. Laatst ging ze een dag naar de grote stad. Met haar dochters. Toen had je hem moeten zien. Met al haar magerheid trekt ze een lang gezicht. Nee, blij was hij niet, wie moest nou voor hem koken, wie haalde zijn aperitief uit de koelkast, wie wachtte op hem als hij thuiskwam? Haar jongste dochter slaat binnenkort d'r vleugels uit. Dan zit ze alleen, terwijl hij zich vermaakt op zijn trekker en in zijn stal met zijn beesten. Ze heeft er genoeg van om te worden gereduceerd tot een vrouw die het eten op tafel zet wanneer hij honger heeft. En de vegen uit de pot boent nadat hij zijn behoefte gedaan heeft. Dat doet ze nou al twintig jaar.
'Wie kookt er bij jullie?' vraagt ze aan Bonbon en mij. 'Cinquante-cinquante', zegt Bonbon. Margot kijkt verwijtend naar haar man. Hij geeft haar vriendschappelijk een stomp. 'Achter het succes van elke man zit een vrouw', zegt hij met lachende ogen. Hij leegt zijn glas. Zijn tweede. Zet zijn cowboyhoed op zijn hoofd en zucht genoeglijk. Straks mag 'ie nog even buitenspelen. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten