zaterdag 27 april 2013

Vélo Hollandais.


Bonbon komt uitermate opgewonden thuis. Ik moet gelijk meekomen. Naar buiten. Als we bij de auto staan moet ik m'n ogen dicht doen. Ik hoor het schrapen van metaal langs metaal. Even later hoor ik een fietsbel. Bonbon fietst over de parkeerplaats. Op een hele oude fiets met een plateautje voorop. Hij recht zijn rug en steekt trots zijn borst vooruit. 'Gevonden op het vuilstort', roept hij blij, 'ik moest meteen aan jou denken, een echte vélo Hollandais!' Dan moet hij afstappen, want de velgen bonken op de straatstenen. De banden zijn aan het verpulveren. Al jaren. Decennia wellicht.
Blij drukt mijn man me de fiets in de handen en geeft me een kus. 'Is het niet geweldig, een échte vélo Hollandais, en nog in goede staat ook, wie gooit zoiets nou weg!'. Bonbon ziet me er al mee naar de winkel gaan. Net als sommige ouwe mensjes die hun stokoude fiets weer van de grenier gehaald hebben en met een stokbrood onder de snelbinders door ons stadje fietsen. Stapvoets. Geconcentreerd naar het wegdek kijkend. Slingerend bij elke auto die voorbij rijdt.
Ik til de fiets het trappetje op naar de voordeur. Dagelijks til ik fietsen het trappetje op naar de voordeur, maar nog nooit kreeg ik er rugpijn van. Het gevaarte is loodzwaar. Alsof ik niet alleen de fiets naar boven draag, maar ook de berijder. De weg naar de winkel zal voortaan een martelgang zijn.
Inmiddels weten we waarom de fiets naar het stort verwezen was, het is onmogelijk een passend stel banden te vinden. Ik vind het reuze jammer. Vooral voor Bonbon. We hebben de fiets – van een Frans merk – samen naar de zolder getild.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten